Wie een sociale woning huurt, moet gedomicilieerd zijn op dat adres én moet daar ook zijn hoofdverblijfplaats hebben. Zo staat het in de Vlaamse Codex Wonen. Maar de realiteit durft al eens anders te zijn dan de theorie. Zo werd in 2023 nog bij 724 mensen waar een vermoeden van fraude was (buitenlandse eigendom), een onderzoek opgestart. Iets minder dan helft van die huurders (339) bleek ook effectief fraude te hebben gepleegd. En in 2020-2021 woonden 160 mensen onterecht in een sociale woning.
Flagrante fraude
"Het gaat dan meestal om huurders die bij hun partner zijn gaan wonen op een andere locatie, maar dit niet aangeven en hun sociale woning behouden. Maar evengoed wonen er ook meer mensen in een sociale woning, dan aangegeven stond” aldus Tiebout. “Zo vermijdt men een hoger maandelijks huurbedrag, blijven ze genieten van een leefloon als alleenstaande, heeft men recht op verschillende tegemoetkomingen, enz. Flagrante fraude waar de zwaksten in de maatschappij de dupe van zijn”
Bewijslast bij huurder
Tiebout stelt nu voor om, naar analogie met een pv voor een verkeersovertreding, het ‘proces-verbaal met bijzondere bewijslast’ in te voeren voor domiciliefraude bij sociale woningen. Die pv’s hebben ‘een bewijswaarde tot het bewijs van het tegendeel”. Concreet wil dat zeggen dat de rechter moet uitgaan van wat vastgesteld wordt door de lokale politie en dat de verdachte het tegendeel moet bewijzen. Dat kan dan bijvoorbeeld aan de hand van energiefacturen, tijdschriftabonnementen, herstellingsfacturen, … Iets wat nu tot de taak van de politie behoort, maar heel omslachtig en tijdrovend is.
Extra instrument voor politie
“Zo geven we de lokale politie een extra instrument in handen om domiciliefraude in sociale woningen aan te pakken. Met dat pv met bijzondere bewijslast verhogen we het vertrouwen in de lokale politie die vaak heel goed weet wie domiciliefraude pleegt, maar wie het aan de juiste, efficiënte middelen ontbreekt om dat ook effectief te kunnen vaststellen.”